Britse troepen hebben ten zuiden van Den Bosch concentratiekamp Vught bevrijd. In de avondschemering stuitten ze op wachttorens en prikkeldraadomheiningen van het vrijwel verlaten kamp. Vooral de aanblik van het crematorium en de galg maakten op de bevrijders grote indruk.
"Er is maar weinig fantasie voor nodig om ons een voorstelling te maken van wat er met de gevangenen is gebeurd", vertelt een Britse militair. "Langzaam lopend, in doodse stilte hebben we het kamp doorzocht. Overal vonden we sporen van de dood."
Executies
Het concentratiekamp, dat onder leiding stond van Duitse en Nederlandse SS'ers, is op 5 en 6 september in allerijl ontruimd, toen een snelle bevrijding door de geallieerden ophanden leek. De Duitsers waren zo nerveus dat ze bijna 3500 gevangenen in treinwagons dreven en lieten afvoeren naar concentratiekampen in Duitsland. De vrouwen gingen naar Kamp Ravensbrück en de mannen naar Sachsenhausen.
In de maanden voor de ontruiming zijn enkele honderden gevangenen doodgeschoten op de fusilladeplaats direct naast het kamp.
Alleen een groep gijzelaars en een aantal ernstig zieken bleven achter in het kamp. Bij hen was Aleida Hulsman, een zuster van het Rode Kruis, die al geruime tijd voedselpakketten in het kamp bezorgde.
Zij bleef in het kamp, ook toen op 17 september (bij de begin van operatie Market Garden) de laatste gijzelaars waren weggevoerd of vrijgelaten en de Duitsers Amerikaanse krijgsgevangenen naar Vught brachten. Hulsman verzorgde hen en smokkelde voedsel naar binnen.
Van een van de achtergebleven Wehrmachtofficieren hoorde ze dat er springlading was aangebracht bij verschillende kampgebouwen. Ze schakelde leden van het verzet in, die ervoor zorgden dat de bommen onschadelijk werden gemaakt.
Op 22 september kreeg Hulsman de leiding over het kamp, toen de laatste bewakers Kamp Vught verlieten.
Wat is Kamp Vught?
Kamp Vught werd begin 1943 door de Duitsers in gebruik genomen, toen de doorgangskampen in Amersfoort en Westerbork de toenemende stroom gevangenen niet meer aankonden. Anders dan beide andere kampen stond Kamp Vught onder direct commando van het SS-hoofdkantoor in Berlijn.
Er zaten zo'n 32.000 mensen gevangen in Vught, onder wie 12.000 Joden. Zij zijn vrijwel allen doorgestuurd naar Kamp Westerbork, waar vandaan ze op transport gingen naar kampen in het Oosten. Verder zaten er voor korte of langere tijd politieke gevangenen, verzetsstrijders, Sinti en Roma, Jehovah's getuigen, zwervers, zwarthandelaren, criminelen en gijzelaars vast.
Honderden gevangenen zijn omgekomen door ziekte, honger of mishandeling. Ruim 300 gevangenen zijn geëxecuteerd op de fusilladeplaats net buiten het kamp.
De gevangenen werden te werk gesteld in zogenoemde 'Arbeitskommando's', waaronder een een vliegtuigsloperij en een werkplaats van Philips.
Onder de Vughtse bevolking kwam hulp voor de gevangenen op gang. Charlotte van Beuningen kreeg het bij de kampleiding voor elkaar dat wekelijks zo'n 1200 voedselpakketten mochten worden afgeleverd. Onder haar leiding gingen tientallen mensen aan de slag om boterhammen te smeren en levensmiddelen in te pakken. Later werd deze hulp meer gecentraliseerd door het Nederlandse Rode Kruis.
Bron ooggetuige:
http://www.wegnaardebevrijding.nl/verhalen/brabant