"Ik voel me net een slavenkoopman", verzucht dominee Pieter Warmenhoven uit Reeuwijk. Met een schip vol kinderen is hij uit de hongerlijdende plaats in Zuid-Holland naar het Drentse Hoogeveen gevaren, om hen onder te brengen bij gastgezinnen.
Omdat er vooraf geen mogelijkheid was logeeradressen te regelen, is hij op de bonnefooi vertrokken. In Drenthe hoopt hij op de medemenselijkheid van vreemden. "Erger is 't voor de kinderen zelf, die - dunkt mij - zich diep ongelukkig moeten voelen nu er zo met ze geleurd wordt en 't zo'n moeite kost."
De 45 kinderen, tussen de 6 en 12, zijn door de huisarts van Reeuwijk geselecteerd. Het gaat om kinderen die ernstig ondervoed zijn maar vrij van ziekte. Gehoopt wordt dat ze op het platteland kunnen aansterken en het einde van de oorlog afwachten.
Over de weg te gevaarlijk
De reis is drie dagen geleden begonnen. De kinderen waren met koffertjes met wat kleding, bord en bestek op de kade afgezet. Aan boord waren bankjes neergezet om te zitten, stro om te slapen. Een emmer met deksel werd latrine. Witte lakens met een rood kruis moeten beschermingen bieden.
Dominee Warmenhoven wordt geholpen door een katholieke verpleegster, twee kindermeisjes en twee vrijwilligers, van wie eentje NSB'er is. Dat laatste geldt als een voordeel op deze reis: de man kan makkelijker aan papieren komen en het helpt om Duits te spreken bij controles.
Er is gekozen voor een transport over water omdat geallieerde vliegtuigen op wegverkeer schieten. Dat de reis desalniettemin risicovol is, merkte Warmenhoven al op de eerste dag, toen ze half gezonken schepen passeerden. Ook zagen ze het gebombardeerde Schiphol en de door de Duitsers verwoeste havens van Amsterdam. De vloer ligt vol met bleke, armelijk brakende mensjes.
Pieter Warmenhoven over de oversteek van het IJsselmeer De reis was zwaar voor de kinderen. "Er werd aangebrande pap opgediend en dat ging er bij mij gelijk weer uit", zegt Hans Laterveer van 8. "Mijn broer Kees werd er zo misselijk van dat hij moest overgeven", beaamt Geert Kalman. "Naast hem zat een ander jongetje en die vrat het dan weer op, zo'n honger had hij."
De nachtelijke oversteek van het IJsselmeer is het ergste: door de harde wind deint het schip enorm. "Daar kan praktisch niemand tegen", zegt Warmenhoven. "De vloer ligt vol met bleke, armelijk brakende mensjes."
Voedsel mee terug
Nu het schip in Drenthe is aangekomen, zal Warmenhoven via de plaatselijke kerken proberen een plekje te krijgen voor elk kind. Daarbij wordt uiteraard rekening gehouden met het geloof van de kinderen: gereformeerden zouden niet goed aarden bij katholieken, en andersom.
Als alle kinderen van boord zijn, zullen de dominee en zijn team nog proberen wat voedsel te ritselen om mee terug te nemen naar Reeuwijk en dan vertrekken. Wanneer de kinderen weer kunnen worden opgehaald, weet niemand.