Hitler heeft persoonlijk een bevel gegeven om fietsen in beslag te nemen in de bezette gebieden. Het Duitse leger kampt namelijk met een voertuigentekort.
In Nederland zijn de tekorten ontstaan door de zware gevechten in het zuiden en midden van het land. Voertuigen zijn daarbij verloren gegaan of zo zwaar beschadigd dat ze naar Duitsland moeten om gerepareerd te worden.
Bij het Rijksmuseum zijn inmiddels verschillende fietsers aangehouden door Duitse soldaten. Van mensen die niet meewerkten werd de fiets met geweld afgenomen. Ook zijn er pamfletten verspreid door het land om de bevolking op te roepen hun fiets in te leveren.
De fietsenroof is ook een middel om de Nederlandse bevolking minder mobiel te maken. De fiets is een belangrijk vervoersmiddel nu brandstof voor auto's en bussen steeds schaarser wordt. De inbeslagneming treft iedereen dan ook zwaar.
Inmiddels hebben Nederlanders een speciale vergunning nodig om een fiets te mogen bezitten. Deze vergunningen worden onder meer uitgegeven aan mensen die hun fiets nodig hebben voor hun beroep.
Het is niet de eerste keer dat de Duitsers fietsen vorderen: in 1942 werden al eens 50.000 rijwielen opgeëist.