Het eten is nauwelijks meer dan brood en soep, privacy is er nauwelijks en het moreel is laag. Ruim een maand na hun vlucht op Dolle Dinsdag willen veel NSB'ers weer weg uit Duitsland. De toestand in de kampen waarin ze zijn opgevangen is erbarmelijk.
De vrouwen en kinderen van NSB-leden werden begin vorig maand halsoverkop weggevoerd, in de overtuiging dat de Duitse bezetting van Nederland snel afgelopen zou zijn en een afrekening zou volgen. Inmiddels is na de mislukking van Market Garden duidelijk dat de strijd nog maanden kan gaan duren.
Onder meer via Judendurchgangslager Westerbork werden 65.000 personen naar Duitsland gebracht. Meer dan de helft van hen is in de regio Lüneburg terechtgekomen, in de deelstaat Nedersaksen. Ze zijn opgevangen in scholen, kerken en sporthallen en een inderhaast gebouwd opvangkamp.
"In de dichtbevolkte barakken bleek dat het verschil tussen mijn en dijn niet bestond", merkte een vluchteling al in Westerbork. "Er werd van de kameraden en kameraadskes gegapt, de kleding of luiers die te drogen hingen, waren niet veilig meer."
Op elkaars lip
In Duitsland klagen velen over ontoereikend sanitair, ongedierte en slecht eten. In de kleine ruimtes zitten moeders met zuigelingen, bejaarde echtparen en opgeschoten jeugd op elkaars lip. Weinigen hebben voldoende kleren of schoeisel mee kunnen nemen, zeker nu de winter eraan komt. Al in de eerste weken overleden twintig baby's.
"Wij kregen twee stapelbedden toegewezen, waaronder wij de koffer met weinige kleren die we nog hadden konden opbergen", zegt een jongen die met zijn moeder en zus vluchtte. "Het eten is niet bijzonder. Eeuwig steckrüben, koolraap. En het zure Duitse brood, kuch."
"Het is het zesde jaar van de oorlog", legt de leider van een Duits opvangkampje uit. "Het is niet makkelijk om in deze moeilijke omstandigheden aan alle benodigdheden te komen."
Gedesillusioneerd
Communicatie verloopt ook nog eens moeilijk doordat velen geen Duits spreken. Daar komt nog bij dat veel gezinnen uiteengescheurd zijn: kinderen raakten in de chaos vermist, mannen waren vaak toch al achtergebleven in Nederland, min of meer gedwongen opgenomen in de rangen van de Landwacht. Contact met Nederland was onmogelijk.
Door de uitzichtloze situatie raken veel partijgenoten totaal gedesillusioneerd. De NSB-top krijgt berichten over defaitisme, geroddel en rancune. Anderen denken juist dat alleen NSB-leider Mussert nog de bezetter ertoe kan bewegen de evacués terug te laten keren. Of en wanneer dat gebeurt, is totaal onduidelijk.