Overmoed, overmacht en domme pech werden Operatie Market Garden fataal. De grootste luchtlandingsoperatie van de oorlog kon alleen lukken als alles volgens plan verliep, maar het tegenovergestelde gebeurde. Gisteren gaven de Britten de verbeten strijd op.
Het plan van de Britse veldmaarschalk Montgomery was te ambitieus. Luchtlandingstroepen zouden de bruggen over de grote rivieren veroveren. Ondertussen startte vanaf de Belgische grens een bliksemactie om versterkingen de para's binnen twee dagen te laten aflossen.
Er kon zo door Nederland een omtrekkende beweging worden gemaakt langs de Duitse troepenconcentraties bij de Siegfriedlinie. Daarmee zou het Roergebied kunnen worden ingenomen, om vervolgens door te stoten naar Berlijn. Zo kon de oorlog voor de winter afgelopen zijn.
Risico's
Eisenhower, de nieuwe opperbevelhebber van de geallieerden, zag grote risico's. De snelle opmars vanuit Frankrijk veroorzaakte logistieke problemen doordat de aanvoerroutes langer en langer werden. Bovendien zou het lange, smalle front door een Duitse tegenaanval afgesneden kunnen raken, waardoor de oprukkende manschappen omsingeld zouden worden zonder kans op bevoorrading.
Liever richtte Eisenhower zijn aandacht op het in gebruik nemen van de Antwerpse haven, waarmee de bevoorrading van het front veel eenvoudiger zou worden. Daarvoor moesten de Duitse troepen in Zeeland te worden verslagen. Toch gaf hij Monty de kans zijn plannen uit te voeren.
De Duitsers waren overvallen toen op 17 september de aanval werd ingezet. Maar bij Arnhem, het noordelijkste punt van de operatie, ging het verrassingselement al snel verloren. De militairen werden op grote afstand van hun doelwit gedropt, uit angst voor het luchtafweer van de stad. De Duitsers kregen daardoor de kans zich te herpakken.
Bovendien moesten de landingen worden verdeeld over verschillende aanvalsgolven, omdat er te weinig vliegtuigen beschikbaar waren voor de enorme troepenmacht. Toen door slecht weer latere vluchten werden vertraagd, raakten de plannen al snel achter op schema.
Daar kwam nog eens bij dat gedetailleerde plannen voor de operatie al snel in handen van de Duitsers vielen. De volgende aanvalsgolf kon daardoor gericht worden aangevallen. De vijand veroverde bovendien enkele dropzones, waardoor bevoorradingsvluchten ongemerkt de tegenstander hielpen.
Bij Arnhem bleek de tegenstand ook nog eens veel groter dan verwacht: twee uit Normandië teruggetrokken SS-panzerbrigades waren over het hoofd gezien. Communicatieproblemen verergerden alles nog eens extra. Nauwe weg
De versterkingen uit het zuiden (onmisbaar voor de lichter bewapende para's) konden ook minder snel oprukken dan gepland. Het grondleger van 50.000 man en 20.000 voertuigen moest zich over één smalle route naar Arnhem vechten.
De Duitse tegenstand was zwaar, het nauwe front werd meerdere keren afgesneden en verschillende bruggen moesten worden vervangen nadat ze waren opgeblazen. Vertraging werd ook veroorzaakt door de uitbundige mensenmassa's die hun bevrijding wilden vieren met de militairen.
Ondanks alle tegenstand lukte het gestaag een 70 kilometer lange strook te veroveren. Eindhoven werd bevrijd, Nijmegen werd ingenomen, maar het einddoel Arnhem bleef in handen van de Duitsers: de noordelijke oprit van de Rijnbrug was vier dagen in handen geweest van een Brits bataljon, maar moest uiteindelijk worden opgegeven.
Wat de geallieerden rest, na 17.000 slachtoffers aan geallieerde kant en 13.000 aan Duitse zijde, is een reeks bruggen die nergens naar leidt.