Het stadhuis van het Brabantse Heusden is afgelopen nacht opgeblazen door de Duitse bezetters. Daarbij zijn 134 mensen om het leven gekomen. Het jongste slachtoffer was pas vier maanden oud.
Zo'n 200 mensen, onder wie veel kinderen, gebruikten de kelders van het stadhuis als schuilplaats. Heusden is sinds eind oktober frontgebied. Gisteren werd de situatie in Heusden zo onveilig dat een groot deel van de inwoners naar de schuilkelders in het stadhuis vluchtte.
Max Wolff, een Nederlandse militair die is aangesloten bij het Britse 627th Royal Artillery Regiment, helpt met het bergen van de slachtoffers. "Het is chaos, puin, ellende en verdriet. Toen ik hier aankwam, was een gedeelte al geruimd. Wij gaan nu de grote brokstukken wegwerken."
Rond half drie 's nachts klonk er een harde knal. Het stadhuis bleek bijna volledig te zijn ingestort door een springlading die was aangebracht door Duitse genietroepen. Slechts een klein deel aan de achterkant van het gebouw staat nog overeind. In dit gedeelte verblijven Duitse telefonisten.
"De tegeltjes op de vloer trilden", zegt Heusdenaar Jo de Hart, die zich schuilhield in de kelder van haar woonhuis. "Mijn oudste zus ging buiten kijken. Die riep toen: 'Pa, kom eens! Ik zie het stadhuis niet!'"
"Het is een verschrikkelijk grote puinhoop. Wie doet nou zoiets? Zoveel mensen de dood injagen. Ik kan bijna niet omschrijven hoe erg het is."
Uitkijkpunten
De Duitsers hadden het gemunt op alle hoge punten in Heusden. Door deze te vernietigen, zijn de oprukkende geallieerden hun uitkijkpunten over de Maas en de terugtrekkende Duitse troepen verloren. Ook de torens van de katholieke en hervormde kerk zijn daarom opgeblazen.
Bron ooggetuige:
- 'Naast het graf' (Omroep Brabant, HTR)