Onophoudelijk hard geknal, grond die onder je voeten trilt en kogels die om je oren vliegen: de afgelopen dagen was Nijmegen het toneel van hevige gevechten. Niet voor niets, want vanavond is de stad dan eindelijk bevrijd.
Onder de burgers zijn de gevoelens hierover gemengd. Aan de ene kant heerst er blijdschap over de bevrijding. De bevolking juicht, praat met de tommies en is vooral uit op de chocolade en de sigaretten die deze uitdelen.
Tegelijkertijd heeft de bevrijding de stad veel gekost. Honderden burgers zijn om het leven gekomen door het oorlogsgeweld. Ook honderden woningen, meerdere kerken, het stadhuis en het station zijn in vlammen opgegaan.
Nog steeds staat de stad in brand. "Heel de Broerstaat is één brandende puinhoop. De Broerstraatkerk is uitgebrand, alleen de toren staat er nog", weet de Nijmeegse docent Wim Binnendijk te vertellen.
Toen de stad strijdtoneel was en nog bezet werd door de Duitsers, mochten de branden niet geblust worden, om de opmars van de geallieerden te frustreren. Bij wie dit wel deed, kon als straf de waterleiding afgesloten worden.
Zo is dit ook gebeurd in de Broerstraat, toen deze in lichterlaaie stond. Een pater zou met een aantal andere mannen hebben geprobeerd het vuur te doven, maar werd betrapt.
De stad is verwoest, maar de strategisch belangrijke Waalbrug is gered. Hierdoor is de weg naar Arnhem vrijgemaakt, waar nog drie bruggen veroverd moeten worden voordat de stad bevrijd kan worden.