Joodse overlevenden verzamelden zich vanmiddag massaal bij de Portugese Synagoge in Amsterdam. De Nederlandse Israëlitische Gemeente hield er een dankdienst ter gelegenheid van de bevrijding.
De plechtige ceremonie is eerste grote uiting van het joodse openbare leven in Nederland na de oorlog. Eindelijk opent de synanoge weer zijn deuren om de joden hun geloof in de openbaarheid te laten belijden.
Er zijn voornamelijk Amsterdamse Joden, maar ondanks het gebrek aan vervoersmiddelen komen ook uit andere plaatsen geloofsgenoten, veelal te voet. Het is een emotioneel weerzien voor al deze personen uit de onderduik. Mensen die elkaar jaren niet hadden gezien, vinden elkaar weer. Honderden mensen zijn aanwezig, maar nog veel meer worden gemist.
Voor het begin van de dienst om 16.30 uur speuren de gelovigen de binnenplaats af, zoekend naar bekenden die de oorlog hebben overleefd. Niemand weet welke familieleden en vrienden er nog in leven zijn of hoe groot de omvang van het aantal Joden in Nederland is.
Ook opperrabbijn Justus Tal, die de bijeenkomst leidt, weet niet of zijn enige zoon nog in leven is. Net als de afgelopen dagen zoekt hij op de binnenplaats vergeefs naar Tobias, die in 1943 naar Sobibór is afgevoerd.
Het is inmiddels duidelijk dat het overgrote merendeel van de 140.000 Joden in Nederland is vermoord. Wie precies is nog niet bekend. Tijdens de dankdienst wordt er niet alleen stilgestaan bij het feit dat de aanwezigen de verschikkingen van de oorlog hebben overleefde, maar worden ook de slachtoffers van het nationaalsocialisme herdacht.
Emotioneel hoogtepunt is het moment dat de geredde thorarollen uit de heegal (de kast der rollen) worden genomen en naar de verhoging in de synagoge (teeba) gebracht. Daarnaast wordt er gebeden voor het Koninklijk Huis en houdt Tal een toespraak, waarin deze nieuwe beproeving voor het volk Israël in de geschiedenis plaatst.
"Het is in verschillende vormen altijd weer hetzelfde: de vijanden van Israël komen, in waan en waanzin, in woede en verdorvenheid en slaan en moorden, vernietigen en verpletteren, de ene al wreder dan de ander. Ze willen Israël vernietigen en uitroeien en eindelijk liggen ze zelf op den grond, vernietigd en verslagen, en Israël, het onsterfelijke, richt zich weer op."
Er worden ook passages gelezen uit psalm 118 en een stuk uit Jesaja, over hoe God de vijanden van het Joodse volk vernietigt. "Laat hem dan tot zijn schande zien hoe U ijvert voor Uw volk. Hoe het vuur Uw vijand verteert." Tot slot klonk het Wilhelmus luid en duidelijk door de synagoge heen.
Het is een wonder te noemen dat de Esnoga tijdens de oorlog gespaard is gebleven. Ondanks enkele kleine beschadigingen kon het gebedshuis meteen weer in gebruik genomen worden, terwijl veel andere synagogen zijn verwoest.
Het monumentale pand zou in eerste instantie door de bezetter gebruikt worden als Umschlagplatz voor de transporten naar de kampen, maar de Duitsers zagen daarvan af omdat het gebouw met al zijn glas niet te verduisteren was. Daarom werd er voor de Hollandse Schouwburg gekozen.