Duitse soldaten roven zo veel mogelijk waardevolle kunst mee bij hun terugtrekking uit België. Een groep Duitse militairen die zich nu in Zeeland bevindt, heeft het beeld Madonna met het kind van Michelangelo uit Brugge meegenomen.
In de nacht van 6 op 7 september gebeurde het: twee Duitse soldaten, vergezeld door een aantal gewapende matrozen, drongen de Onze-Lieve-Vrouwenkerk in Brugge binnen. Ze namen het zestiende-eeuwse beeld mee, samen met een aantal schilderijen.
Om het marmeren beeld te beschermen, wikkelden ze het in een aantal matrassen. Vervolgens werd het beeld - samen met de schilderijen - in een wagen van het Rode Kruis geladen, waarin de Duitsers vertrokken richting Zeeland.
De kunstroof is, naar eigen zeggen, door de soldaten gepleegd om te voorkomen dat de werken in handen van "Amerikaanse Joden" vallen. Of dat de enige reden is, valt te betwijfelen. De soldaten roven de kunst mee in opdracht van Hitler, die de wens heeft in het Oostenrijkse Linz een kunstmuseum op te richten.
Eerder namen de Duitsers al Nederlandse kunstwerken mee, waaronder Rembrandts Titus en Schilder in zijn atelier van Vermeer.