De geallieerde opmars lijkt niet te stuiten nu de troepenmacht uit het bruggenhoofd in Normandië is gebroken. Anderhalve week nadat Parijs werd bevrijd is ook Brussel veroverd, en ligt de weg open naar de belangrijke haven van Antwerpen.
"De opmars is razendsnel geweest", zegt de Nederlandse oorlogscorrespondent Robert Kiek, die meereist met de aanval. "Eerlijk gezegd was het soms nauwelijks bij te houden."
De stad kwam eerder in handen van de geallieerden dan verwacht. Eergisteren was de Britse Guards Pantserdivisie nog in Noord-Frankrijk. 's Avonds laat kregen de rustende militairen plotseling opdracht om naar Brussel te gaan. Na een tocht van 120 kilometer kwamen ze nog diezelfde avond aan in de Belgische hoofdstad.
Hier werden ze ontvangen door een laaiend enthousiaste menigte. "Het is onbeschrijfelijk", zegt Kiek. "Behalve onder hun bepakking gaan de soldaten nu ook nog gebukt onder een lading bloemen."
Na hun landing op D-day probeerde de invasiemacht van 1,5 miljoen man wekenlang tevergeefs om door de Duitse linies in Normandië te breken. Dat lukte uiteindelijk ruim anderhalve maand later dan gepland, met Operatie Cobra.
Generaal Bradley liet ruim 1500 vliegtuigen een bommentapijt uitstorten op zes kilometer Duitse frontlinie. "Het was de hel. Bombardementen aan de lopende band veranderden mijn positie in een maanlandschap", zei een Duitse commandant achteraf. "70 procent van mijn mannen viel uit: dood, gewond, doorgedraaid of verdoofd."
Door dat gat in de verdediging kon Bradley zijn mannen uit het beruchte coulissenlandschap met heggetjes en muurtjes loodsen. De uitbraak verliep zelfs zo snel dat grote aantallen Duitse militairen ingesloten raakten in de Zak van Falaise, ten zuiden van Caen.
Doormarcheren
Terwijl de legers daar elkaar naar het leven bleven staan, rukten Canadezen, Polen, Britten en Amerikanen op naar Noord-Frankrijk. Parijs viel op 25 augustus in hun handen; de Duitse bevelhebber daar had Hitlers bevel de stad plat te branden genegeerd.
Om druk te blijven zetten op de terugtrekkende Duitse divisies liet Eisenhower doormarcheren. Gisteren werd daarbij de Belgische grens gepasseerd.
Daarbij nam hij voor lief dat zijn bevoorradingslijnen onwerkbaar lang werden: elke kogel, maaltijd en liter benzine moet via Normandië worden aangevoerd. Dat probleem kan worden opgelost door havenstad Antwerpen te veroveren.
Hoe snel dat zal lukken is volgens verslaggever Kiek niet alleen afhankelijk van Duitse weerstand: de militairen worden ook vertraagd door feestvierende menigtes. "Van stad tot stad bleef een wild enthousiaste bevolking ons begroeten. Honderden burgers staan met vlaggen te wuiven op de kruispunten."