Met het snel herstellen van de brug viel of stond het bruggenhoofd. De genie, die even na het invallen van de duisternis, onder voortdurende beschietingen met mortieren, het werk begon, verrichtte wonderen. Drie uur 's morgens rolden de eerste tanks Beringen binnen. Ze kwamen maar net op tijd. Op 8 september bevonden zich in de omgeving van deze noodbrug nog veel sterke vijandelijke troepen. Ze bestookten bij het aanbreken van de dag de geallieerden onophoudelijk en probeerden door een tegenaanval uit westelijke richting tot de rand van het stadje door te dringen. De bevolking aan de noordkant van het Albertkanaal gelegen Beringen vluchtte de kelders in of de stad uit. De bedoeling was om de baileybrug te bereiken en het te kunnen vernietigen. Er braken zware gevechten uit waar de aanval tenslotte door het vuur van de tanks, die meteen in de strijd werden geworpen, op nauwelijks 200 meter van de brug tot staan werd gebracht. De laatste kans, die de Duitsers nog hadden om de brug te veroveren, was in rook vervlogen. Britse tanks dringen Helchteren binnen Reeds om 9.00 uur werd Gevechtsgroep I van de Brigade o.l.v. majoor Paesens, belast met de bewaking hiervan en kreeg daarbij steun van de Britse artillerie eenheden en een eskadron tanks. Eenheden van de 5e pantserbrigade en de brigade Princess Irene stroomden weldra het bruggenhoofd binnen. Eerst kwam de brigade Princess Irene in actie. Zij zuiverde het terrein langs het kanaal in westelijke richting.